Hertenjager Ewald zette zijn groene jeep-achtige auto stil voor de poort. Ik had hem een tijd niet gezien. Hij kwam de tuin in lopen en vroeg wat er met de hond was. ‘Was ist mit deinem Hund?’ zei hij. Ik wees naar de sparrenhaag. ‘Daar staat hij,’ zei ik. Het duurde even voor hij begreep dat ik naar de urn wees. ‘Er ist tot,’ zei hij. Zonder vraagteken. Want hertenjager Ewald had van een Nederlandse jachtvriend zo’n beetje gehoord wat er was gebeurd. Die Nederlandse jachtvriend had Jasper en zijn knecht gelezen. Ik vertelde het hele verhaal, liet hem toen mijn litteken zien en daarna spraken we een tijdje over de voor- en nadelen van narcose of plaatselijke verdoving. Of het boek ook in het Duits zou verschijnen? Jazeker, zei ik. ‘In September.’ Of ik hem zo’n boek kon bezorgen? Jazeker, zei ik. ‘Du bist auch drin,’ zei ik. Dat wist hij natuurlijk ook al. ‘Alleen goeie dingen?’ vroeg hij. Ik dacht een tijdje na. ‘Ja,’ zei ik, hoewel ik voorzie dat als hier een nieuwe hond is, hertenjager Ewald me nooit meer pens en hart komt brengen. Hij vertrok, wilde geen koffie, want hij had net bloed gegeven en dan werd hij duizelig van koffie. In de Prümer Wochenspiegel stond van de week een oproep voor bloed. In de zomer heerst hier in de Eifel een tekort aan bloed, ik denk omdat mensen op vakantie gaan.
Alles komt bij je terug, als een boemerang. Hoe klein het gehucht ook is waar je je verstopt hebt, iedereen kent altijd wel iemand, die op zijn beurt weer iemand kent. Dat is weleens vermoeiend, maar juist daardoor kan het me ook allemaal niks meer schelen. Het is nu eenmaal zo. Hoe dan ook: het is zondag vandaag. Straks komen Pauline Slot en Pieter de Rijk me ophalen. We gaan naar Lambertsberg, daar is een Trödel en Antik Markt. Vorig jaar was dat nogal een succesvol uitje. Misschien wordt het dat dit jaar weer. Ik heb baar geld in de knip. Misschien lopen er wel bekenden rond aan wie ik ook mijn litteken kan laten zien. Dat is kinderachtig, ik weet het, maar blijkbaar is het noodzakelijk voor de verwerking van het een en ander.
Ik schreef afgelopen week een sportcolumn voor de Groene Amsterdammer, die is hier na te lezen. Voor de mensen die in deze twee ijzig sportloze weken daaraan behoefte hebben.