In mijn moeders familie is ‘knecht’ een gebruikelijke koosnaam. Ik hoor het vooral mijn opa en oom Bert nog zeggen, herinner me niet goed of oma het ook zei. Inmiddels – dit even tussendoor – heeft een nicht me gemeld dat de hond van oma Keppel ‘Joekie’ heette, dat was ik vergeten, en kon ik daarom niet in Jasper en zijn knecht opschrijven. Oom Bert zegt het nog steeds. ‘Zo, Knecht.’ De toon van de ontmoeting is daarmee meteen gezet, onaangenaam zal het zeker niet worden. Voor mij was het woord allereerst een koosnaam, pas daarna ging het ‘ondergeschikte’ betekenen en nog weer later kreeg het woord een erotische connotatie, onder andere door Maurice van E.M. Forster. Mijn moeder zegt het ook, voornamelijk tegen de kleinkinderen, maar ook nog wel tegen ons. Ik denk daar nu aan omdat ik een mannetjeshond wilde zodat ik ‘jongen’ tegen hem kan zeggen. ‘Goed zo, jongen!’ Vanochtend riep ik ‘Goed zo, man!’ (nadat hij een mooie drol van stront uit zijn achterste had gebakken). Knecht is trouwens vrijwel identiek aan het Engelse knight, waar het een heel andere betekenis heeft, zelfs het tegenovergestelde betekent. Net als queen, dat etymologisch verwant is met ons ‘kween’, een halfslachtig – en dus onbruikbaar – wezen. Vreemd, die opwaarderingen in de Engelse taal.
En nu we toch in Engeland zitten: is nou werkelijk iedereen daar homo? En dan ook nog op een heel bijzondere manier? Een manier die ertoe leidt dat ze allemaal maar voetbaljongens verkrachten? Victoriaans homo? Het is alsof ze het erom doen, alsof die machtsspelletjes en de geniepigheid integraal deel uitmaken van het wezen van een homo. De Britten zorgen er eigenhandig voor dat het verkeerde maar hardnekkige beeld van de homo als kinderverkrachter in stand blijft. Het is ergens een achterlijk land, een hypocriet land, wat ook al duidelijk wordt door de enorme kloof die er gaapt tussen Gardener’s World en de overgrote meerderheid van de schamele Britse voortuintjes; het gemiddelde pubvoedsel en The Great British Bake Off; de kloof tussen London als één van de belangrijkste modehoofdsteden van de wereld en de kleding die 99% van de Britten draagt; het onuitroeibare idee dat Groot-Brittannië nog steeds een wereldmacht is, terwijl het nauwelijks armoeiiger kan zijn in het grootste deel van het land. Scheef, dat is het: Engeland is een scheef land. En nu we het er over hebben: van kween en knaap queen en knight maken, het zegt allemaal al genoeg: Gezwollen borstjes, gebrekkige zeden. En hoe geweldig ik The Crown als Netflix-serie ook vond, het hardnekkig vasthouden aan de pracht en praal van het koningschap (daar nog steeds met een rechtstreeks lijntje naar God) verraadt de hypocrisie en vooral ook de ouderwetsheid van de Britten. Met alle gevolgen van dien.