Ik maak me een beetje zorgen. Dat komt door Marcel Möring, een schrijver die in mijn ogen nogal onterecht niet zo veel meer gelezen wordt. Ik ken hem vooral vanwege een toertje dat we maakten in 2007, omdat onze boeken in dat jaar op de longlist van de Libris stonden. Maar daar gaat het niet om, het gaat hier over een archief. Möring heeft zijn archief overgedragen aan het Drents Archief. Daar was nogal wat gedoe om, zo liet Aad Meinderts van het Letterkundig Museum weten teleurgesteld te zijn en riep Möring Drentse collega’s als Mariët Meester op hetzelfde te doen als hij had gedaan. Maar ook daar gaat het niet om. Waar gaat het dan wel om?
Ik heb helemaal geen archief! Hoe moet dat? Waarom heb ik geen archief? Wat is eigenlijk een archief? In den beginne knipte ik alles uit en stopte dat in mappen. Met ‘alles’ bedoel ik besprekingen en interviews in kranten en tijdschriften. Later hield ik daarmee op. Ik vond het te veel gedoe en ik besefte dat ik dat allemaal toch niet nog eens na zou gaan lezen. Ook dacht ik: dit zijn dingen voor andere mensen, lezers misschien, maar niet voor mij. Is dat mijn archief? Ouwe recensies? Of bestaat mijn archief uit versies van de boeken die ik schreef? Daar zijn er niet zo veel van want – misschien vinden mensen dit opschepperig – wat ik inleverde was altijd nogal klaar. Ik deed nooit aan tussenversies en van enig voortgangsgesprek tussen mij en de uitgever was evenmin sprake. Wat is dan mijn archief? Ik schrijf noch schreef brieven aan collega’s (dit lieg ik, momenteel is er correspondentie met Koos van Zomeren en Anton Dautzenberg, maar dat is geheim) en wat ik schrijf of schreef dat op de een of andere manier met ‘de literatuur’ te maken heeft, staat op mijn weblog. Maar dat is er gewoon, dat kan ik niet overdragen en bovendien is het archief van het oude weblog als sneeuw voor de zon verdwenen.
Wat is mijn archief? Ik heb geen archief! Maar hoe moet dat dan? Ben ik nu al een vergeten schrijver? Een schrijver van wie geen snippertje papier, waar dan ook, opgeslagen is? Godsamme. Ik moet iets verzinnen. Dat deed ik zojuist. Mocht ik komen te overlijden dan stel ik dit huis hier in de Eifel ter beschikking aan ‘de literatuur’. Eén of andere stichting moet dat dan maar regelen. Of moet ik die stichting dan zelf oprichten? Een soort Roland Holst Huis, maar dan 350 kilometer verderop, zodat Sjoerd Kuyper of Rita Verschuur (die wonen in Bergen) niet de hele tijd langskomen (hoewel dat erg gezellig is). Je kunt hier heerlijk gin-tonics drinken, met uitzicht op het vogelvoederstation. Wel jammer voor al mijn neven en nichten, die dan geen vakantiehuisje meer hebben.