In maart gebeurde er iets heel aparts. In een bespreking van The Discomfort of evening in The Irish Times schreef de recensent het volgende: “The book was even big enough to warrant the middle-aged male writer Gerbrand Bakker to pen a deeply intellectual think piece in the national Dutch newspaper Trouw about how the novel is bad, actually. Thankfully the opinions of ageing male novelists rarely matter.” Die ‘deeply intellectual think piece’ was gewoon een normale column, waarin het ging over jureren en ik drie of vier regels wijdde aan het boek. De vraag is: hoe komt die recensent – Barry Pierce – aan deze informatie? Kan hij Nederlands lezen? Is hij geabonneerd op Trouw? Waarom zou hij wat ik in een column schreef waar nooit enig gedoe of commentaar omheen was überhaupt benoemen? Iemand moet hem erop gewezen hebben. Heel raadselachtig was het.
Goed, vervolgens werd een maand geleden de roman de International Booker Prize toegekend. Prima. Een jury van vijf mensen koos het uit een shortlist als beste boek. Kan niemand iets van vinden. (Ik bekeek de livestream van de bekendmaking en zat plaatsvervangend met bonkend hart te luisteren en wist tijdens de inleiding al dat Marieke Lucas Rijneveld ging winnen.) Vervolgens krijg ik op Twitter allerlei verwensingen naar mijn hoofd, met telkens een linkje naar de Trouw-column van anderhalf jaar (!) geleden. Er waren dus mensen die er toentertijd blijkbaar al over gevallen waren en hun ongenoegen ‘bewaard’ hadden tot dat moment. Er was zelfs een man die eiste dat ik in Trouw openlijk mijn excuses zou aanbieden aan Rijneveld. Ik reageerde niet op die tweets, dat is meestal het beste: negeren die handel. Maar hem vroeg ik of de Libris-jury van 2019 zich dan ook moest verontschuldigen? Nee hoor, vond hij, want die hadden geen column geschreven. Een vrouw reageerde erg giftig, vooral toen ik in het bericht aan de verontschuldigingenman schreef dat ik Marieke Lucas had gefeliciteerd. ‘En nu nog zoete broodjes bakken ook!’ tweette ze. ‘Je vond het niet goed!’
Een bekende tvproducent linkte al tijden in tweets bij elk positief nieuws over de roman de bewuste column en lachte mij dan keihard uit. Wat is dat voor idioot gedoe? Wat bezielt zo’n man? Simpelweg de verontschuldigingenman voorleggen dat ik van snijbiet houd en hij van sperziebonen, helpt natuurlijk niets. De giftige mevrouw zeggen dat werk en auteur volkomen los van elkaar staan, evenmin. Maar het wees me er aan den lijve eigenlijk voor het eerst op wat Twitter – sociale media in het algemeen denk ik – doet met mensen. Wat het losmaakt, hoe vrij ze er durven zijn, hoe de meningen over elkaar heen buitelen, de boosheid, de wrok die loskomen. Terwijl dat helemaal niet nodig is. Wees blij voor het boek, voor de schrijfster, voor de Nederlandse literatuur in het algemeen, voor wat dan ook. Wat heeft het voor nut iemand die het boek niet goed vond op de ochtend na de winst van de IBP via Twitter te vragen: ‘Benieuwd hoe Gerbrand Bakker zich voelde toen hij vanochtend opstond.’ Was het de bedoeling dat ik het boek nu ineens goed ging vinden omdat het een prijs gewonnen had? Moest ik me diep schamen? Wat zullen we nu hebben?
Ik stond fris en fruitig op, dat weet ik nog wel. Ik dronk koffie, rookte een sjekkie en gaf hondje Floris te eten. Hondje Floris ging vervolgens buiten in de tuin pissen en kakken. Ik keek peinzend, rokend, toe en dacht: ja, hoe je het of wendt of keert, ik bén een ouder wordende schrijver.