Buurman Rinus en buurvrouw Lien lieten in de vakantiewoning op de bovenste verdieping van twee slaapkamers drie slaapkamers maken door het plaatselijke schilder- en timmerbedrijf. De twee nieuw ontstane slaapkamers werden geschilderd en van een laminaatvloer voorzien. De derde slaapkamer bleef ongemoeid. Ze hadden allebei helemaal geen zin om te schilderen. ‘O,’ zei ik, ‘dat doe ik wel.’ Vooral door het vooruitzicht te kunnen schilderen met die fijne latex die alleen schildersbedrijven hebben en waarvan een pot achtergebleven was. Dure verf die geen strepen of blokken geeft. In de betreffende slaapkamer waren donkerbruine vlakken. Alles moest wit. Ik ging het werk inspecteren. Rinus was bezig in een nieuw slaapkamertje een spiegel op te hangen. ‘Je weet wat vakantiegasten doen, hè?’ vroeg ik. Nee, dat wist hij niet. ‘Nou,’ zei ik, ‘die halen die spiegels van de muur en gaan dan seks hebben. Thuis doen ze dat om de een of andere reden niet, maar zo’n vakantiewoning nodigt daartoe uit. Seks in de spiegel.’
De volgende dag ging ik aan het werk. ‘Kijk,’ zei Rinus. Hij had de spiegel niet opgehangen, hij had hem met een schroef aan de wand geklonken. ‘Jouw schuld, hè!’ zei hij. Hij trok aan de spiegel. Die zouden vakantiegangers echt niet van de wand krijgen. Inmiddels was het slaapkamertje ingericht, er stond een stoel in de hoek. ‘Daar staat een stoel,’ zei ik. ‘Nu ga je heel gevaarlijke situaties krijgen. Nu moeten ze op die stoel klimmen om seks in de spiegel te kunnen doen. ‘Ja, hallo!’ zei buurvrouw Lien. ‘Zo blijf je aan de gang!’ Ik ging aan het werk. Het was heel fijn werk. Het ging snel, de dure verf maakte een fijn soppend geluid en de bruine wand was in twee lagen blinkend off-white. Om drie uur was ik klaar. Het vloerkleed dat er lag hoefde niet vervangen te worden. We gingen buiten zitten om een winterbock van Bitburg te drinken. Daar vertelde Rinus van het kippenhuisje dat hij in Zeeland had gebouwd. Mooi gepotdekseld. Maar hij was zo lekker bezig, dat hij toen alle vier de wanden opgetrokken waren pas ontdekte dat er geen deur en geen raam in zat. ‘Nee,’ zei ik. ‘Dat is niet waar.’ Jawel hoor, zei buurvrouw Lien. ‘En toen heeft hij er gewoon een deur uitgezaagd en iemand had nog een dubbelglas raam staan.’ We namen nog een biertje. Het was prachtig weer en het rook naar mest. Tientallen mussen kwetterden in de conifeer.
Vanochtend kreeg ik foto’s van de ingerichte laatste slaapkamer. ‘Mooi hè?’ schreef Lien er bij. Ja, erg mooi en lekker fris. Ik zag op een foto een spiegel hangen. ‘Is die spiegel wel goed bevestigd?’ schreef ik. Ja, de spiegel zat onwrikbaar aan de muur. Hopelijk mogen er vanaf de paasdagen weer gasten in.