Afgelopen vrijdag trof ik op een van de tuintafels een keurig schoongemaakt potje aan. er zat een sticker opgeplakt: rabarber-gember-citroen, met een datum. Dat had ik zelf geschreven. Twee dagen ervoor had ik Margret en Max een pot jam gebracht, nadat Margret een zak vol Afrikaantjes aan mijn poort had gehangen. Dus ik stuur buurvrouw Margret een whatsapp-bericht: ‘Heb jij nou werkelijk die jam naar een ander potje overgeheveld?’ Nee hoor, kwam al snel het antwoord, die jam was zo lekker, die hebben we al op. En nog iets: als je Afrikaantjes in grote getale neerzet, is dat helemaal niet tuttig. Dan is het leuk.
Gisteren hadden we een uitje in onze nieuwe wagen: M. ging zijn tweede prik halen in Maastricht. Floris ging ook mee. Met haar liep ik vanaf MECC naar het Gouvernementsgebouw, daarachter stroomt de Maas. Floris ging er een paar keer in en uit en werd door een opdringerige kletsnatte border-collie besnuffeld. Vervolgens liet diezelfde border-collie zijn balletje vallen, het leek wel een uitnodiging te zijn. Floris reageerde daar niet op, terwijl ze bloedfanatiek op haar eigen ballen is. Raar beest. Om die prik te vieren, wilde ik ergens in een dorp vlaai eten. Dat werd Cadier en Keer, we reden zomaar wat. Daar viel een aanhangertje dat achter een fiets zat om en de hond die erin vervoerd werd, rolde over straat, en tijdens het opruimen ontstond er een kleine file. Vervolgens ontdekte ik dat we heel dichtbij de Amerikaanse oorlogsbegraafplaats waren, dus daar reden we ook nog even heen, want M. was er nog nooit geweest. Het was er druk. Vanuit Margraten stuurde onze navigatie ons via een prachtige onopvallende grensovergang België in. Pas in de buurt van Verviers kwamen we op de gebruikelijke route terug. Die navigatie heeft een vrouwenstem, we hebben haar Patricia genoemd, afgekort Patries. Ze zeurt veel, heeft constant commentaar en we moeten nog even uitzoeken hoe dat te veranderen is. Nu roepen we de hele tijd: ‘Patries, hou je bek!’ En onlangs, op weg naar Friesland, reden we volgens Patries kilometerslang door een weiland, blijkbaar omdat ze nogal verouderd is, wat ons overigens niet verteld was door de autodealer.
Ik had me voorbereid op een drukke dag op Twitter, met heel veel boze reacties, omdat gisteren dat stuk in Trouw stond. Maar er gebeurde zoals gebruikelijk vrijwel niets. Trouw is een goeie krant, maar enige reuring, zoals De Volkskrant of NRCdie maken kunnen, komt er vrijwel nooit uit voort. Daarom schonken we bij thuiskomst snel twee gin-tonics in en gingen we in de tuin zitten. Toekijken hoe druk het bij het buurhuis was, daar werd gemaaid, geplant, en de heg werd geschoren. Dat is lekker: achteroverleunen met een tinkelend fris drankje en kijken naar hoe andere mensen werken. Eén van de Afrikaantjes bloeide al.