In de negen jaar dat ik hier in de Eifel zit, heb ik nog nooit een everzwijn gezien. Sporen wel, bijna elke dag; losgewoelde aarde, zelfs op plekken waar loswoelen onmogelijk lijkt. Blijkbaar hebben ze heel sterke snuiten. Op wikipedia lees ik dat die snuit eindigt in een zogenaamde wroetschijf. Ik weet dat ze voornamelijk ’s nachts actief zijn en zich overdag ‘verstoppen’. Maar wij – Jasper, M, Floris, soms ook bezoek – gaan regelmatig van de gebaande paden af, steken dwars door het bos heen. Nooit zo’n beest gezien. Tot afgelopen maandag. We waren uit eten geweest, uit noodzaak, omdat het die dag Allerheiligen bleek, zo’n dag die Duitsers graag aangrijpen om alles dicht te houden. Juist die dag hadden we Grosseinkaufen willen doen. En wonder boven wonder konden we terecht in het Fünfmädelhaus, de aanvankelijk zeer norse en afwerende man achter de bar (verre van de chef, dat is namelijk zijn vrouw, een afstammelinge van één van de fünf Mädel) is inmiddels zo aan ons gewend dat hij zelfs welgemoed aan ons vroeg hoe het ervoor stond in Schwarzbach. Nou ja, zei ik, slecht, al die voor ons onbekende vrije katholieke feestdagen, en daarom zaten we bij hem, want we hadden dus geen boodschappen kunnen doen. Hij lachte en zei dat de meeste Duitsers vinden dat er nog véél meer vrije dagen bij kunnen.
M had één glas Weissburgunder gedronken en altijd vraag ik dan: ‘Kun je rijden?’ Hij kijkt me dan meestal alleen maar aan en stapt gewoon in de auto. Vlak bij huis, ter hoogte van het huis van buurvrouw Hannelore, kuierde ineens doodkalm een everzwijn de weg over. M moest flink in de remmen. Het beest keek niet eens op. Hij of zij zag er heel hard uit. Hard en stijf, vreemd genoeg deed het me aan Floris denken, dat is een fox-terriër en die kunnen ook zo stijf lopen. Ze zien heel slecht, lees ik ook op wikipedia, maar die felle koplampen moet het toch gezien hebben? Of misschien werkt het zo in een everzwijnenenbrein: ik doe net of ik niks zie, want dan bestaat het ook niet. Jammer genoeg werkt dat niet zo met auto’s en vrachtwagen en tractoren. Wij waren net op tijd en gelukkig zat er achter ons geen andere auto. Mijn eerste everzwijn. Trouwens: ik heb weleens everzwijnenvlees op, maar dat was per ongeluk, ergens in franstalig België, omdat ik niet wist wat ‘Sanglier’ op de menukaart betekende. Ik meen me te herinneren dat ik het verre van lekker vond, net zoals ik ander wild ook vies vind. Een haas, daar maak je mij echt niet blij mee.