We gingen naar Huijbergen. Terwijl we onderweg waren, groeide de avondspits van 200 kilometer uit naar duizend (1000!) kilometer file, zo’n beetje overal waar wij reden. We hadden geen winegums. Aangekomen in het dorp dat tegen de Belgische grens aan ligt, bleek eetcafé De Kroon dicht, terwijl dat op de website niet was aangegeven. Ik googelde naar iets anders, maar dat andere bleek gewoon een kroeg te zijn, waar twee mannen aan de bar een biertje stonden te drinken en de mevrouw achter de bar klaagde over personeelsgebrek. Ze hadden wel een tip, Cuisine in Wouwse Plantage, een dorp dat een kilometer of zes terug was. Wij verstonden Cuisine, maar het bleek Kwizien te heten. ‘Heeft u gereserveerd?’ werd ons bij binnenkomst gevraagd. Van die vraag gaan mijn haren meteen recht overeind staan, omdat na het ontkennende antwoord vaak volgt: ‘We zijn helaas volgeboekt.’ Ik ontneem die lui dan vaak hun ’sorry’ omdat ik dan al zonder een woord rechtsomkeert gemaakt heb. Nu echter was er wel een plekje. We bestelden vis, en zeiden dat we ‘een beetje haast hadden’.
Het echtpaar aan het tafeltje naast ons, dat daar al eerder zat, had nog niet eens een menukaart. ‘Maar ja,’ zei de vrouw, ‘jullie zeiden dat jullie haast hadden.’ Ze dronken een biertje. Wat wij daar te zoeken hadden? ‘Ik heb zo een lezing,’ zei ik. ‘Waarover?’ vroeg de vrouw. ‘Over een boek,’ zei ik. Aha, op die manier. De vis was prima en we konden min of meer op tijd vertrekken. ‘Succes hoor!’ zei de vrouw aan het aanpalende tafeltje. ‘Dat gaat wel lukken,’ zei ik, ‘ik heb tenslotte al twee wijntjes op.’ In de auto op weg van Wouwse Plantage naar Huijbergen ging de telefoon. Waar ik bleef? ‘We zijn er bijna,’ zei ik. De lezing was gelukkig verplaatst van de bibliotheek (dat zijn vaak ongezellige, tl-verlichte ruimtes) naar een houten gebouwtje achter molen Johanna, dat afgelopen mei geopend was. De man achter de kassa verwelkomde me hartelijk. Hij had een leuk interview met mij gelezen in Autoweek, met die mooie camper op de foto. ‘Goh,’ zei ik, ‘dat vind ik knap, aangezien ik camper noch rijbewijs heb.’
De lezing verliep zeer geanimeerd, zoals dat heet. Ze moesten even loskomen, maar nadat ik mijn afkeer van carnaval geventileerd had, werd het gezellig rumoerig. ‘Jullie moeten Jan van Mersbergen uitnodigen,’ zei ik. ‘Die komt binnenkort met een dik boek over carnaval.’ Maar toen ze hoorden dat hij uit Almkerk kwam, betrokken de gezichten al iets. Lezingen – ik werd in dit geval geïnterviewd door Joop de Krom, gepensioneerd leraar Nederlands – waarbij de bezoekers zich er al dan niet luidkeels mee bemoeien zijn toch altijd de leukste. Er werden heel veel boeken verkocht. De terugreis verliep anderhalf uur sneller dan de heenreis en onderweg slaagde ik erin twee zakken winegums te kopen. Wilfried de Jong presenteerde Het Oog en keiharde regen sloeg tegen de voorruit. Gezellig.
Ha Gerbrand,
Eindelijk zie ik onderaan je blogmail dat je daar ook op kunt antwoorden om een reactie te sturen. Via WordPress zelf is dat ingewikkeld met inloggen, etc. Ik wil al een tijdlang laten weten dat ik enorm geniet van je stukjes, als ook van je boeken. Nou, dan weet je dat nu :).
Hartelijke groet, Tiny
tinyfisscher.nl http://WWW.TINYFISSCHER.NL
*deboekenjuf.nl http://deboekenjuf.nl *
schrijverscentrale https://www.deschrijverscentrale.nl/auteurs/14109
NIEUW!
LikeLike
bijzondere avond, met dank voor de verwijzing naar Raymond Carver.
LikeLike
Eigenlijk vind ik het en beetje vreemd om reclame te maken voor jezelf op het blog van een ander. Maar goed, ik vind het in elk geval fijn dat jullie een geslaagde avond hadden. Ten zuiden van de rivieren komt dat meestal wel goed.
LikeLike