Grote dingen komen hier niet tot nauwelijks langs, dat zullen jullie de afgelopen jaren wel gemerkt hebben. Grote dingen houd ik het liefst een beetje bij me weg omdat het enige wat ik kan doen het gratuit ‘vreselijk’ vinden om er vervolgens niets aan te kunnen veranderen. De oorlog in Oekraïne, het nieuwe pensioenplan, het klimaat, de biodiversiteit. Dat soort dingen. Nu merk ik bij mezelf dat ik de toestanden in Iran lastig langs me heen kan laten gaan. Ik vind dat écht heel erg en elke dag word ik eraan herinnerd omdat ik in mijn Twitter-tijdlijn van alles langs zie komen. Die en die opgepakt, die en die opgehangen. Opgehangen, stel je dat toch eens voor, alsof ze daar in de Middeleeuwen zijn blijven steken. En je (ik) kan er niets aan doen.
Ik ben er geweest. Dat betekent niet dat je een land kent, maar ik heb er wel ooit twee weken lang tussen de mensen doorgebracht. Ik was er niet op vakantie, ik was er aan het werk. En ik werkte met allerlei verschillende mensen en kinderen. Ik ontdekte belangrijke dingen, zoals het verschil tussen sjiieten en soennieten, ik begreep ineens die oorlog met Irak (soennieten); in de jaren die volgden hield ik dat een beetje in de gaten en vaker wel dan niet, véél vaker wel dan niet (ja, ik generaliseer), werden de sjiieten aangevallen of opgeblazen door soennieten in allerlei moslimlanden; ik zag dat er wat betreft onvrede en de wens de boel te veranderen niet de gebruikelijke kloof was tussen jong en oud omdat ‘oud’ tot 1979 in een compleet ander land woonde; als ik in het zwembad vertelde dat ik ‘niets’ was, niet eens ‘christelijk’, werden vrolijk schouders opgehaald en werd ik niet – zoals eerder in Marokko gebeurde – bijna gestenigd omdat ik een heidense hond was. Ik zat in taxi’s waarin illegaal bepaalde muziek gedraaid werd, ik werd roekeloos verliefd op twee jongens in de koffieshop waar we elke dag kwamen, maar weerstond de verleiding dat uit de hand te laten lopen (hoewel ik me wel steeds afvroeg: ‘Ze zullen toch geen Hollander ophangen?’); ik kwam er terecht in een beangstigende spontane demonstratie omdat er mensen waren die dachten dat de twaalfde imam die dag vanuit Amerika (nota bene) aan zou komen en ik vluchtte, toen er werkelijk tienduizenden mensen uit alle hoeken en gaten van Teheran tevoorschijn kwamen, een boekwinkel binnen omdat je in een boekwinkel, waar ook ter wereld je bent, veilig bent.
Ik vond de Iraniërs ontzettend fijne mensen en ik zag en voelde in die twee luizige weekjes het enorme verschil tussen het dagelijkse leven en dat wat daarboven gesteld is. Een enorme onderstroom en een heel smalle bovenstroom. Ik begrijp ook wel dat ik heel veel níet gezien heb, maar het gaat hier nu even over mijn gevoel. Ik maakte meerdere keren de bizarre toestand mee dat je achter metershoge diplomatieke muren bevindt, waar iedereen alles van zich afgooit, waar drank geschonken mag worden en waar in zwembaden drijvende kaarsjes dobberen. Waar dat dagelijkse leven van sommige Iraniërs voor even écht vrij werd. Ik stapte, werkelijk waar, huilend in het vliegtuig dat ons terug zou vliegen naar Amsterdam. Iran is niet Iran, Iran is de ayatollahs. Als er in de krant staat: ‘Iran dit of dat’, dan gaat het niet over het volk. Dat is voor ons best lastig voor te stellen. Ik ben Mark Rutte en Mark Rutte is mij, bij wijze van spreken. Als mij iets niet bevalt, schrijf ik dat op een laken en posteer ik me aan de rand van de Hofvijver. Niks aan de hand. Dat nu in dat land, niet eens zo bizar ver hier vandaan, zeven uur vliegen maar, voornamelijk jonge mensen opgehangen worden voor minder dan met een geschreven protest op een laken voor een overheidsgebouw gaan staan, vind ik onverdraaglijk. Maar ik heb geen idee wat ik eraan kan doen.
IK heb zojuist je bericht ‘geliket’, maar moet dat doen via de knop ‘Vind ik leuk’. Wat natuurlijk niet het geval is, want zo leuk is het allemaal niet.Maar je hebt wel groot gelijk en ik kan me in je gevoel helemaal inleven. De situatie daar is bijzonder schrijnend, zoals we dat van steeds meer plekken op de wereld meekrijgen. De meeste mensen in zo’n land deugen meestal, maar voor vaak een kleine toplaag geldt dat zeker niet. En die bepaalt de koers, onderdrukt de meerderheid, wordt alsmaar inhumaner, en maakt het leven van veel mensen die alleen maar willen leven, eten, drinken, plezier maken, lief hebben …. tot een hel. Dat is, als we er helaas niet allang aan gewend zouden zijn, inderdaad: onthutsend.
LikeGeliked door 1 persoon
Om toch iets te doen, zijn wij lid van Amnesty en onderteken ik hun petities. En het wonderlijke is, dat dat helpt. Zelfs de meest rabiate regimes ( met uitzondering van Noord-Korea, misschien) zijn gevoelig voor de beeldvorming in het buitenland. Bovendien steun je de plaatselijke bevolking moreel in hun strijd ( zeggen ze zelf). Bovendien blijft het onrecht zo op de agenda, ook van politici in Nederland en daarbuiten.
LikeLike