Het is allemaal begonnen met de weervrouwen en -mannen. Ik weet het nog goed. Jaren geleden al begonnen die ineens naar het woord lagedrukgebied terug te verwijzen met ‘die’. Nou ja, dat kan je weleens gebeuren, vooral als er nog een aantal bijzinnen tussen zitten. Maar het kwam steeds vaker voor. Bovenstaande foto nam ik vanochtend in de lift waarmee wij in ons gebouw omhoog gaan. Nooit omlaag, want dat doe je natuurlijk via de trap. Dit is geschreven taal, geen uitgesproken foutje. Voorgoed staat daar een verkeerd lidwoord.
Momenteel is iedereen in de war. Luister maar eens een paar uur (wij maken dat wel mee: vier uur in de auto) naar de radio. Mensen hebben geen flauw idee meer. Maar ook: nooit (meer) hoor je mensen elkaar verbeteren. Nooit zal er eens een presentator zeggen: ‘Die!’ als de gast met ‘dat’ naar ‘termijn’ verwezen heeft. Ik, hier thuis, ben een tv-schreeuwer. En radio-schreeuwer. Op Twitter wil er nog weleens een correctie opduiken in een reactie. Zo nu en dan reageer ik daar weer op met ‘onbegonnen werk’. Ik vermoed dat het écht begonnen is (samen met die weerlui dus) met woorden als ‘meisje’ en ‘jongetje’. Woorden waarbij je niet meteen opveert omdat je denkt: er wordt iets verkeerd gezegd. Heel misschien heeft het ook te maken met het feit dat zo langzamerhand op tv en op de radio steeds meer niet moedertaalsprekers te zien en te horen zijn. Mensen die geen lidwoorden geïnternaliseerd hebben. Voor wie het onderscheid tussen de en het abracadabra is, maar bij wie de moedertaalsprekers al dan niet graag dingen door de vingers zien, want ja: tweedetaalsprekers. (Vooral Amerikanen en Britten zijn adorable als ze het fout doen.) En is dan de sprong naar door de vingers zien voor iedereen niet snel gemaakt?
Wat ook nog zou kunnen is dat juist omdat het zo veel mensen opvalt dat er zo ontzettend vaak een foutje gemaakt wordt, diezelfde mensen er sensitief voor worden en dat er een soort van hypercorrectie optreedt. Zoals Westfriezen in een gemêleerd gezelschap ineens ‘schiën’ zeggen omdat ze – in een fractie van een seconde – bedenken dat ‘skiën’ wel erg plat klinkt. Ze weten best dat het skiën is maar door die plotselinge onzekerheid maken ze er voor de zekerheid toch maar schiën van. Dat mensen dus in hun onzekerheid over de betrekkelijke voornaamwoorden júist de fout gaan maken die ze niet wíllen maken. Punt is dat je niet alleen hoort in spontaan gepraat, maar ook doodleuk in reclames. Die keer op keer opnieuw worden uitgezonden. Daar zal die onzekerheid niet meespelen, daar lijkt het toch zo langzamerhand werkelijk een taalverandering te zijn. Waar blijkbaar (?) niet al te veel mensen zich aan storen. Omdat iedereen toch wel begrijpt wat er bedoeld wordt? Dan zou dus ‘als je maar duidelijk kunt maken wat je bedoelt’ of ‘als je maar niet onbegrijpelijk praat’ de norm worden. Maar als dat de norm wordt, wat blijft er dan nog van een taal over? Vooralsnog blijf ik als een stuurlid aan de wal (die moeten er namelijk ook zijn) naar de tv en de radio schreeuwen.
[Nb: wie daar zin in heeft mag in de titel van dit dingetje een verkapte steunbetuiging zien aan een bepaald persoon.]
TV- en radioschreeuwers: hier in huis ook, gék worden we ervan. Maar het tij valt vrees ik niet meer te keren: op basisscholen werken steeds meer leerkrachten (veelal juffen) die opgegroeid zijn in een huis waar Nederlands niet de voertaal is/was, en die vrolijk die jongetje zeggen, de boekje, de boek, het tafel, enz. En tegenwoordig wil hij of zij niks, maar wilt (waar dat in vredesnaam vandaan komt, is mij vooralsnog een raadsel). Afijn, straks maakt ook niemand zich meer druk om koppen als ‘Hoofd commissaris gevonden’, of ‘sokken te kort in opvangkamp’, want we begrijpen toch wel wat er bedoeld wordt (emoticon hopeloos).
Hartelijke groet, Tiny
tinyfisscher.nl http://WWW.TINYFISSCHER.NL
*deboekenjuf.nl http://deboekenjuf.nl *
schrijverscentrale https://www.deschrijverscentrale.nl/auteurs/14109
NIEUW!
LikeLike
Het begon, rond 2000, naar mijn idee met fouten als: ‘de media heeft’, i.p.v. ’hebben’, zoals een andere reageerder ook al opmerkte. Maar langzamerhand grijpt de taalverloedering wel erg woest om zich heen. Zo hoor ik de nieuwslezers van het NOS-journaal voortdurend dingen zeggen als: ‘ze hebben … in plaats van het toch veel zuiverder ‘men heeft’. Taalkundig kunnen waarschijnlijk beide gebruikt worden, maar dat ‘ze’ klinkt mij erg lomp in de oren. Bovendien kan vaak een veel preciezer beschrijving worden gegeven, bijv. in een bericht over de oorlog in Oekraïne niet zoiets als: ‘ze rekruteren nu ook veroordeelde criminelen voor het leger’, maar ‘De Russische regering staat inmiddels toe dat de Wagnergroep ….’ Etc. En een laatste fout die inmiddels bijna iedereen maakt en waar ik indertijd als HBO-docent op een communicatie-opleiding tevergeefs voor waarschuwde: ‘De film mist spanning’! Of” Spanning mist in deze film.’ Wat moet zijn: ‘In de film ontbreekt spanning’ Ev. gevolgd door de conclusie: En ik mis die spanning…’.. ‘Missen’ (niet de dames) wordt in genoemde foutieve toepassing een gevoel van objecten (heel knap!) i.p.v. van subjecten! En de enige keer dat een tekst als ‘Het mist’ (dus zonder subject) juist is, is als …. het mist. Wat het de afgelopen dagen veelvuldig heeft gedaan. Een mist die zich langzamerhand ook over onze taal aan het uitspreiden is. Want genoemde voorbeelden (samen met de talloze onbenoemde) maken onze taal minder precies en daardoor als communicatie-instrument gebrekkiger. Tenslotte: naast de al door GB vermelde mogelijke en ongetwijfeld terecht benoemde oorzaak van de multiculturele invloeden, is m.i. ook de afname van het lezen (en schrijven!!!) van langere teksten een oorzaak. De eerste oorzaak is niet te bestrijden en heeft ook allerlei positieve gevolgen; de 2e echter vormt volgens mij een serieuze bedreiging van onze wijze van informatieverschaffing en -verwerking. En daarmee een bedreiging van een samenleving die dankzij creatieve en precieze beheersing van complexe taal haar wetenschappelijke, filosofische en culturele vooruitgang heeft kunnen boeken. Lees anders Neil Postman (geïnspireerd door Marshall McLuhan) er nog maar eens op na: “We’re amusing ourselves to death’.
LikeLike
O tempora, o grammatica!
LikeLike
Het is ‘niet-moedertaalsprekers’, schreeuwde ik naar mijn computer. En dat ‘Ik wilt’ heeft denk ik zijn oorsprong in het Engelstalige ‘I want’. Verder deel ik uw taalsensiviteit.
LikeLike
Ik verbeter nog wel mensen die Holland zeggen i.p.v. Nederland.
LikeGeliked door 1 persoon
ik ook, maar de meeste jongelui snappen het verschil niet. Dat gaat bij buitenlanders een stuk beter. Spreek Duitsers die over ‘Holländer’ blijven spreken maar een paar keer aan met ‘Preussen’ en het probleem is snel opgelost.
LikeLike
De is toch geen betrekkelijk voornaamwoord?
LikeGeliked door 1 persoon
Maar die en dat wel.
LikeGeliked door 1 persoon
ach, nu zie ik het pas, je hebt nog gelijk ook. De is daar natuurlijk gewoon een verkeerd lidwoord!
LikeLike
Wat mij het meeste opvalt is het gebruik van enkelvoud bij de aanduiding van ‘de media’. Een oorzaak kan zijn dat mensen minder lezen.
LikeLike
Ik erger me wild aan je wilt. Maar nog erger vind ik mensen in mijn omgeving, gewoon moedertaalsprekers, die met een zeker dedain zeggen zich niets aan te trekken van “al die taalregeltjes”. Helaas, niets aan te doen.
LikeLike
Maar met betrekkelijke voornaamwoorden gaan mensen ook regelmatig de mist in…
LikeLike
Eh ja, daar gaat dit stuk dan ook over.
LikeLike
Ook, inderdaad.
LikeLike
Ik krijg er pijn in me hoofd van😊 . Wat is er mis met de zin in die lift?
LikeLike
De plein.
LikeLike