Bookspot [Trouw, 14.12]

Er was een tijd, ik schreef nog romans, dat er in Nederland twee grote literatuurprijzen waren. De Libris en de AKO. Twee boekhandelsketens, al zou je kunnen zeggen dat de Amsterdamse Kiosk Onderneming meer een tijdschriftenwinkel is met als extraatje een nogal beperkte voorraad boeken, goedverkopende boeken. Er werken mensen die het niet uitmaakt of ze een pakje shag verkopen, een tijdschrift, of een boek. Het gaat om de omzet, het draait er niet zo om literatuur. Ik had het gevoel, toen, dat de Libris Literatuurprijs iets meer status had, maar dat is slechts een gevoel. De AKO is zeven jaar ouder dan de Libris, ze werden respectievelijk in 1987 en 1994 voor het eerst uitgereikt. Qua anciënniteit zou je kunnen betogen dat de AKO gezaghebbender was. Twee van mijn boeken stonden ooit op de shortlist van de Libris, ik meen me te herinneren dat één boek ooit op de longlist van de AKO stond, waardoor ik ook het gevoel kreeg dat er Libris-schrijvers en AKO-schrijvers bestonden, maar dat is vast een onzinnige stelling. Allerlei gevoelens, niet op feiten gebaseerd, en tóch was ik een Libris-schrijver. Een Libris Literatuurprijs-schrijver, moet ik preciseren. Die stond, toen ik voor de eerste keer aan de voor bijna alle andere aanwezigen feestelijke uitreikingsdis in het Amstelhotel zat, nog los van de boekhandels. Ik zag om me heen zo veel bekende boekhandelaren, dat toen pas het kwartje viel: de prijs is vernoemd naar de boekhandelsketen.

De Libris Literatuurprijs heeft al 25 jaar dezelfde naam. Hij wordt elk jaar toegekend aan een boek dat in het voorgaande kalenderjaar is verschenen. Dat is overzichtelijk. De AKO werd toegekend een een boek dat verscheen tussen 1 juli en 1 juli. Dat is al een tikkeltje onoverzichtelijk. In 1997 werd de AKO Literatuurprijs de Generale Bank Literatuurprijs. Die werd aan drie schrijvers toegekend. Er zijn in Nederland dus drie schrijvers die kunnen zeggen dat ze die prijs gewonnen hebben. Maar de enige die dat wérkelijk nog kan zeggen is A. F. Th. van der Heijden. Ik weet niet of hij dat nog vaak doet, want de erkenning is verbleekt met het verdwijnen van de naam. Zo gaat dat. De twee anderen kunnen niets meer zeggen, want ze zijn dood: Herman Franke en Karel Glastra van Loon. Allebei veel te jong, respectievelijk 61 en 42 oud. Misschien is het maar goed dat die naam van de prijs is opgedoekt.

In 1999 werd de Generale Bank overgenomen door Fortis en veranderde de naam in Fortis Literatuurprijs, maar onder die naam is de prijs nooit toegekend. Ik zie een vergadertafel voor me met bankmensen die tonnen per jaar verdienen. Ze praten over belangrijke bankzaken en dan staat punt 8c op de agenda: ‘Literatuurprijs’. “Wat? We hebben potdorie een bank overgenomen en nu moeten we een boek een prijs toekennen?! Wat is dat voor waanzin? 50.000 gulden? Wie gaat dat betalen?” Op de een of andere manier slaagden ze erin de prijs weer terug te schuiven naar de AKO. In 2014 nam de ECI de prijs over want de AKO wilde of kon er geen geld meer voor vrijmaken. ECI – later eci – staat voor Europa Club Internationaal. Het was een boekenclub die in de loop van de jaren alle andere boekenclubs (waaronder Boek en Plaat) opslokte en meer en meer een webboekenwinkel werd. De ECI Literatuurprijs werd aan drie schrijvers toegekend: Jeroen Brouwers, Martin Michael Driessen en Koen Peters. Er zal een tijd komen dat de ECI Literatuurprijs – juist vanwege de korte levensduur – net als de Generale Bank Literatuurprijs schimmig zal zijn, dat met het verdwijnen van de naam de erkenning verbleekt. Er kwam een lezersprijs bij, twee jaar lang werd die toegekend, in 2016 en 2017, aan Driessen en Peeters. De winnaars bij de vakjury waren tevens de winnaars bij een lezersjury.

In 2018 – nog maar een jaar geleden – veranderde de naam eci in Bookspot en daarmee veranderde de naam van de prijs ook. Ik schreef een paar weken geleden een column over de prijs, waarin ik bekende dat ik op internet op zoek moest naar wat Bookspot was. Erger nog was dat ik de column een dag na het schrijven ervan al weg kon gooien omdat bekend werd gemaakt dat hij wordt opgeheven. De Bookspot Literatuurprijs is twee keer uitgereikt, en daar zal het dus bij blijven. Het bizarre is dat de prijs dit jaar aan maar liefst vier schrijvers toegekend is. Dát was de reden voor het schrijven van mijn column. Ik zag door de bomen het bos niet meer. En als ik – als schrijver die toch zou moeten weten welke prijzen ik allemaal binnen zou kunnen schrapen – het al niet meer begrijp, zal het voor de argeloze boekenkoper en literatuurliefhebber helemaal niet meer te volgen zijn. Peter Buwalda trapte af door de lezersprijs te winnen. Een week later won Manon Uphoff de scholierenprijs en op 14 november wonnen Wessel te Gussinklo en Sjeng Scheijen de échte prijs, die voor het eerst was onderverdeeld in fictie en non-fictie. Wie waarom waarvoor genomineerd was en door wie werd mij op de website van de prijs niet duidelijk.

Er zal een tijd komen dat er lacherig zal worden gedaan over de poging van Bookspot om de belangrijkste literatuurprijs van Nederland te worden door maar liefst vier prijzen toe te kennen, met als volstrekt onbedoeld gevolg dat niemand één van de vier schrijversnamen zal kunnen noemen omdat de bomen dus het bos aan het zicht onttrekken. Het was betekenisloos geworden. En: de nominaties voor de AKO Literatuurprijs en de bekendmaking van de winnaar waren altijd te zien in Nieuwsuur, later moest dat gebeuren bij Koffietijd of RTL 5 uur Live, maar literatuur was blijkbaar niet gezellig genoeg, want dit jaar was nergens op de tv iets te bekennen over de prijs, waardoor de Bookspot Literatuurprijs qua aandacht werd overvleugeld door de bekendmaking van de NS Publieksprijs, die kort erop in een uitzending van DWDD werd toegekend. Martine Bijl heeft Wessel te Gussinklo en Sjeng Scheijen dik verslagen. Ook in de CPNB Top-60: op woensdag 27 november stond Rinkeldekink op plek 1, De hoogstapelaar van Te Gussinklo – een week eerder toegekend – was nergens te bekennen.

Bookspot had er – hoe moeilijk dat ook is, want je wilt ten opzichte van de inmiddels bedaagde maar eerbiedwaardige en hoog aangeslagen Libris Literatuurprijs een inhaalslag maken – beter aan gedaan pas op de plaats te maken. Eerst die lezersjury afschaffen, want dat lijkt toch altijd een ‘correctieprijs’ (“Ach joh, zo’n jury, dat zijn van die linkse boekenwurmen die van ‘moeilijke boeken’ houden”), waardoor je het aanzien van je eigen prijs feitelijk onderuit haalt, en non-fictie de non-fictie laten. Want voor non-fictie zijn er allerlei andere prijzen, waaronder de Jan Wolkersprijs voor natuurboeken en de Libris Geschiedenisprijs. Eén winnaar. Die dan ook écht wint, want de aandacht voor hem of haar wordt niet verdund door drie nevenwinnaars. Onbedoeld is de Bookspot Literatuurpijs wel met een enorme knal uitgedoofd: zoals een boom of struik die sterven gaat nog één keer zo uitbundig probeert te bloeien om nageslacht zeker te stellen werden vier boeken als zaadjes de wereld ingeschoten. Maar: je kunt uitbundig bloeien wat je wilt, het sterven wordt er niet door opgeheven.

 

Plaats een reactie