Dammetjes bouwen

Ik ben 58 en ik heb een nieuwe hobby. Ik bouw dammetjes in stromend water. Eerst een beetje aarzelend, vooral als ik met Floris onder de brug in de L5 met een bal aan het gooien was omdat daar aan de Nims Michael plus vrouw en kinderen wonen en ik bang was dat zij ineens van bovenaf naar mij zouden staan kijken. Maar diezelfde Michael was er een keer aan het bosmaaien, zo’n twee meter boven me, en hij zág me niet eens. Dus daarna werd ik driester en voor ik het wist was het een uur later. Want dat is wat dammetjes bouwen doet: je verliest jezelf. Floris blaft zo nu en dan schel om me eraan te herinneren dat zij er ook nog is. Wel moet altijd nog die hond erbij zijn: ik wil niet betrapt worden als ik ergens in de Nims in mijn eentje het water sta tegen te houden. IJsvogeltjes vliegen heen en weer alsof zij het ook wel gezellig vinden dat ik daar stenen sta te rapen en opnieuw elders deponeer. Eergisteren, in de Johannesbach, een onaanzienlijk beekje, blokkeerde ik de hele stroom, waardoor er een stuwmeer ontstond. Dat was heel erg bevredigend. Floris blafte me overeind en verder, anders had ik daar nog wel even gezeten.

Storm Francis reikte zelfs tot hier, maar dan in uitgedoofde vorm. Corona houden we in onze dorpjes nog steeds buiten de deur. De Globus verkoopt nog steeds hout en verf en vogelvoer, en harde witte bolletjes en Zitronesahnerolletjes. Ik bouw een boekenkast, want ook hier groeit de stapel boeken, ik schilder de nieuwe tuinmuur (nu aan de buurkant, en elektricien Lothar kwam daar en hij zei, zoals bijna iedereen hier zegt als je buiten bezig bent: ‘Schon wieder fleissig?’ Dat moest ik toegeven, maar ik zei ook: ‘Aber ohne Lust, weil das hier ist nicht meine Seite.’ Dat begreep hij.) en ik verfraai de tuin, nog steeds. Ik bood aan Christa van voorheen dakdekker Rudi te komen helpen schilderen. Tegen de voorkant van haar gigantische huis, met daarin zes appartementen voor de verhuur, is een steiger opgebouwd. Het wordt een tikje herfstig, het is bijna tijd de gin-tonic te vervangen door whisky en Herr Arnoldy te bellen voor acht kuub winterhout.

Tussen ontelbare debuten door heb ik nu op één hoofdstuk na een boek uit dat zó goed is dat het niet eens in me opkomt jaloers te zijn dat ik het zelf niet geschreven heb. Het is een zogenaamd vooruitleesexemplaar van Ruimte, de nieuwe Walter van den Berg. Ik zal Jann Ruyters van Trouw vragen of ik er een recensie over mag schrijven. Jammer dat Trouw niet aan ballen of sterren doet. De ballenbak van IKEA is er nauwelijks groot genoeg voor.

2 gedachten over “Dammetjes bouwen”

  1. Ik vond het best gek dat storm Francis in Duitsland Kirsten heette. Inmiddels heb ik daar wat op gegoogeld en het blijkt dat Duitsland inderdaad een ander systeem hanteert dan Nederland. Maar hoe dan ook is het fijn dat ze al afgezwakt was toen ze de Eifel bereikte. Wij zijn deze week in Nederland en het is prettig dankzij deze column te weten dat ons geen schade te wachten staat als we weer thuis komen. Dank daarvoor.

    Like

Plaats een reactie